Winst Van Lanschot wederom gestegen


 
  •         Nettowinst eerste helft 2003 van € 51,2 miljoen naar € 53,3 miljoen (+4,1%)
  •         Winst per gewoon aandeel van € 1,71 naar € 1,77 (+3,5%)
  •         Stringente kostenbewaking zorgt voor verbetering efficiency ratio
  •         Rendement op eigen vermogen vóór winstverdeling 16,7% (2002: 15,6%)
  •         Verwachting 2003: onvoorziene omstandigheden voorbehouden, winst per gewoon aandeel ten opzichte van 2002 hoger
  •  
    "Ik ben zeer tevreden dat Van Lanschot in staat is gebleken om het sterke resultaat van de eerste helft van vorig jaar nog te overtreffen", aldus mr H.J. Baeten, voorzitter van de Raad van Bestuur van Van Lanschot NV. "De marktomstandigheden waren immers verre van gemakkelijk. Desondanks wist de bank het aantal particuliere en zakelijke doelgroeprelaties verder te laten groeien en werden met succes nieuwe beleggingsproducten geïntroduceerd."
     
    De nettowinst van Van Lanschot is in het eerste halfjaar van 2003 met 4,1% gestegen ten opzichte van de eerste helft van vorig jaar. De nettowinst bedroeg € 53,3 miljoen, tegen € 51,2 miljoen in het eerste halfjaar van 2002. De winst per gewoon aandeel nam toe van € 1,71 naar € 1,77, een stijging van 3,5%. Gegeven het moeilijke marktklimaat stemmen deze resultaten tot tevredenheid.
     
    De bank werd in de verslagperiode geconfronteerd met een verdere verslechtering van de marktomstandigheden. De Nederlandse economie raakte officieel in een recessie, de aandelenkoersen liepen nog verder terug, de huizenmarkt stagneerde en de wereldpolitiek werd beheerst door de oorlog in Irak. Gevolg hiervan was dat zowel consumenten als ondernemers zich zeer terughoudend opstelden, hetgeen remmend werkte op het activiteitenniveau en de aanwas van nieuwe relaties. Toch toonde zowel het aantal particuliere doelgroeprelaties als het aantal zakelijke doelgroeprelaties wederom een toename. Opnieuw heeft Van Lanschot het aanbod van beleggingsproducten uitgebreid, het niveau van de dienstverlening - waar mogelijk - verhoogd en de commerciële slagkracht van de organisatie verder vergroot. Zo werd, in navolging van de succesvolle introductie van de AEX Airbag in 2002, dit jaar de Eurozone Airbag aangeboden. Een groot succes was daarnaast de introductie van het Van Lanschot Euro Credit Fund, een fonds dat belegt in bedrijfsobligaties. De inschrijving op dit fonds bedroeg € 222 miljoen.

    Met name dankzij deze grote belangstelling is het door de bank beheerde vermogen in het eerste halfjaar toegenomen van € 4,7 miljard naar € 5,0 miljard. Het in totaal voor cliënten bewaard vermogen bleef met € 12,8 miljard vrijwel gelijk (2002 € 12,9 miljard).
     
    De dienstverlening aan cliënten werd in de verslagperiode uitgebreid door de introductie van Van Lanschot Summum, een compleet verzekeringsconcept voor particuliere relaties waarin alle aspecten aan bod komen die kunnen spelen rondom het beschermen van waardevolle persoonlijke bezittingen en vermogen. Daarnaast is de digitale dienstverlening op het gebied van Online Betalen (betalingsverkeer via internet), Online Research (beleggingsinformatie) en Online Portefeuille (performance-overzichten) verder ontwikkeld.
     
    Resultaten
    De baten zijn in het eerste halfjaar vergeleken met de eerste helft van 2002 met € 2,5 miljoen of 1,3% afgenomen tot € 191,7 miljoen. Het renteresultaat daalde met € 2,1 miljoen (-1,9%) tot € 107,9 miljoen. Belangrijk hierbij was dat de hypothecaire kredietverlening slechts een beperkte groei toonde onder invloed van een stagnerende huizenmarkt, waarbij de rentemarge onder druk stond als gevolg van een hevige concurrentieslag op de markt van woninghypotheken.
    Ook de provisies daalden en wel met € 3,5 miljoen of 4,9% tot € 68,4 miljoen. Opnieuw waren het met name de effectenprovisies die de daling veroorzaakten; de betalingsverkeer-provisies, buitenlandprovisies en assurantieprovisies toonden wel een stijging. De ontwikkeling van de beurskoersen naar aanleiding van de oorlog in Irak maakte dat veel beleggers nog terughoudender werden met het verrichten van aandelentransacties, waardoor de effectenprovisies over de verslagperiode met € 3,9 miljoen of 7,7% terugvielen.
    Het resultaat uit financiële transacties nam met € 0,9 miljoen af als gevolg van een lager koersresultaat uit effecten en lagere inkomsten uit valuta-arbitrage. De opbrengsten uit effecten en deelnemingen stegen met € 4,0 miljoen, voornamelijk doordat de beleggings-portefeuille aandelen, tegen de trend van de markt in, een positieve koersontwikkeling liet zien.
     
    Verder droeg de door de bank toegepaste stringente kostenbewaking bij aan de stijging van het bedrijfsresultaat. De lasten namen hierdoor in totaal met € 4,8 miljoen of 4,0% af tot € 116,9 miljoen. De personeelskosten daalden met € 2,6 miljoen (-3,7%) tot € 67,9 miljoen. De vermindering van het personeelsbestand die in de loop van vorig jaar plaatsvond, had een gunstige doorwerking op het kostenverloop in de verslagperiode. Bovendien is het aantal medewerkers in de eerste helft van dit jaar via natuurlijk verloop verder teruggebracht van 1.815 naar 1.750 (gerekend naar volledige arbeidsplaatsen). Ook de andere beheerskosten lieten door verdere kostenbesparingen een daling zien en wel van € 2,5 miljoen (-6,9%) naar
    € 33,1 miljoen. De afschrijvingen toonden nauwelijks enige stijging en bleven met € 8,2 miljoen stabiel. De efficiency ratio (de bedrijfslasten als percentage van de baten) kwam over het eerste halfjaar uit op 56,9%, een verbetering met 3,3 procentpunt in vergelijking met het jaar 2002 als geheel.
    Over de verslagperiode is een bedrag van € 7,7 miljoen ten laste van het resultaat gebracht voor waardeveranderingen van vorderingen. Dit is € 0,2 miljoen (3,2%) meer dan een jaar eerder, hetgeen wordt ingegeven door voorzichtigheid in verband met de zwakke conjunctuur.
     

    De belastingen over het bedrijfsresultaat bedragen € 21,6 miljoen, uitgaande van een belastingdruk van 28,8% (geheel 2002: 27,8%). Het bedrijfsresultaat na belastingen komt zodoende uit op € 53,3 miljoen, tegen € 51,2 miljoen in de eerste helft van vorig jaar. Omdat in beide perioden geen sprake was van buitengewone baten vormen deze bedragen ook de cijfers voor de behaalde nettowinst.
     
    Ten aanzien van de bijdrage van onze buitenlandse vestigingen in het resultaat kan voor Van Lanschot Luxemburg en Van Lanschot Zwitserland worden geconstateerd dat de slechte stemming op de financiële markten invloed heeft gehad. Hoewel dit effect uiteraard ook bij Van Lanschot Curaçao een rol speelde, kon het resultaat daar toch toenemen dankzij de positieve doorwerking van de lagere dollarkoers op de kosten. Bij Van Lanschot België is het resultaat ten opzichte van een jaar geleden duidelijk verbeterd. Onder meer de doorgevoerde kostenbesparingen in 2002 en de ingezette verbreding van zowel de doelgroepcriteria als het productaanbod vormden hiervoor de basis. Het aantal doelgroeprelaties en het voor cliënten bewaarde en beheerde vermogen zijn in het eerste halfjaar ondanks de slechte beursstemming toegenomen.
     
    Balans
    Het balanstotaal bedroeg ultimo juni € 11,8 miljard, € 0,5 miljard (4,1%) meer dan per 31 december 2002. De kredietportefeuille nam met € 491 miljoen toe, waarvan € 200 miljoen in de vorm van kredietverlening aan de overheid. De netto groei van de hypothekenportefeuille was met € 101 miljoen tot € 4,9 miljard tamelijk bescheiden. De terugloop in het aantal verkochte woningen speelde hierbij een rol, terwijl tevens sprake was van relatief veel vervroegde aflossingen en oversluitingen. De zakelijke kredietverlening daarentegen toonde een flinke stijging, van € 206 miljoen of 8,1%. Door een actieve opstelling in de markt, onder meer door presentaties voor ondernemers, de Opvolgersacademie en de conjunctuurbarometer TrendMeter, weet Van Lanschot haar toegevoegde waarde voor het familiebedrijf steeds breder bekend te maken.
    Het bedrag aan toevertrouwde middelen bleef in het eerste halfjaar per saldo bijna onveranderd: tegenover een daling van de spaargelden met € 70 miljoen stond een stijging van de overige toevertrouwde middelen met € 62 miljoen. De post schuldbewijzen steeg daarentegen met € 400 miljoen door de uitgifte van Floating Rate Notes. Deze uitgifte vond plaats in het kader van een Euro Medium Term Note-programma ter grootte van € 2,5 miljard dat in het voorjaar is gearrangeerd met als doel Van Lanschot de mogelijkheid te verschaffen om snel en flexibel diverse soorten schuldpapier te emitteren ter funding van de groei van de activa van de bank.
     
    Het aansprakelijk groepsvermogen nam ten opzichte van ultimo 2002 af van € 1.034 miljoen naar € 1.028 miljoen, een gevolg van een lichte daling van de post achtergestelde schulden.[1] Het rendement op het gemiddelde eigen vermogen is over het eerste halfjaar uitgekomen op 16,7%, vergeleken met 15,6% in 2002.[2] De naar risico gewogen activa van de bank zijn in de verslagperiode gestegen van € 7,4 miljard naar € 7,6 miljard.
    De BIS-ratio voor het totale toetsingsvermogen kwam uit op 12,4% (2002: 12,7%) en bleef daarmee ruimschoots boven de minimumnorm van 8%. De BIS-ratio kernvermogen bleef met 8,4% gelijk aan die voor 2002 (minimumnorm voor deze ratio is 4%).
     
    Vooruitzichten
    De Nederlandse economie kampt met tegenwind. Op de aandelenbeurs vertaalde dit zich de eerste maanden van het jaar in een scherpe verdere daling van de koersen. Inmiddels lijken, nu de oorlog in Irak achter de rug is, de vooruitzichten voor met name de Amerikaanse conjunctuur wat beter te worden en hebben ook de aandelenbeurzen een herstel laten zien.
    Tegen deze achtergrond is het niet eenvoudig een uitspraak te doen over het resultaat in 2003 als geheel. De uitkomst over het eerste halfjaar sterkt Van Lanschot echter in de verwachting dat de winst per gewoon aandeel over 2003 - onvoorziene omstandigheden voorbehouden - die van het vorig jaar zal overtreffen.
     
     
    Bijlagen:
    Kerngegevens
    Geconsolideerde Balans per 30 juni 2003
    Geconsolideerde Winst- en verliesrekening
    Geconsolideerd Kasstroomoverzicht
    Verloop Eigen vermogen per 30 juni 2003


    [1] Het betreft hier een gewijzigde definitie als gevolg van het feit dat de balans voortaan vóór winstverdeling dient te worden gepresenteerd; volgens de oude definitie was sprake van een toename van € 984 miljoen naar € 1.000 miljoen.
    [2] Volgens de oude definitie zou het rendement op het gemiddelde eigen vermogen over het eerste halfjaar zijn uitgekomen op 17,7%, tegen 17,0% voor het jaar 2002 als geheel.
     
     
    ***Gelieve onderstaande link te gebruiken om het persbericht inclusief tabellen te kunnen bekijken:***

    Attachments

    persbericht