Ahold resultaten eerste kwartaal 2004 negatief beïnvloed door desinvesteringen


Zaandam, 14 juni 2004 - Ahold heeft vandaag de resultaten over het eerste kwartaal van 2004 gepubliceerd. "We hebben gezegd dat 2004 een overgangsjaar zal zijn," aldus Anders Moberg, Ahold President en CEO, in een commentaar op de resultaten. "In maart verkochten we Bompreço en Hipercard in Brazilië en we hebben ons vertrek uit Azië afgerond; dit waren belangrijke mijlpalen in ons plan 'Road to Recovery'. De resultaten werden sterk beïnvloed door de eerder aangekondigde verliezen met betrekking tot de desinvesteringen. Afgezien van deze bijzondere lasten, die geen impact hebben op het eigen vermogen of de kaspositie, presteerden de belangrijkste werkmaatschappijen conform onze verwachting."
 
Samenvatting
 
Netto-omzet
In het eerste kwartaal van 2004 bedroeg de netto-omzet EUR 15,4 miljard, een daling van 11,3% vergeleken met dezelfde periode in 2003. Exclusief het effect van wisselkoersen en desinvesteringen bedroeg de toename van de netto-omzet in het eerste kwartaal ongeveer 1,3%. De retailactiviteiten van Ahold in de Verenigde Staten werden aanhoudend geconfronteerd met moeilijke marktomstandigheden. De netto-omzet van de Europese retailactiviteiten bleef, exclusief het effect van wisselkoersen en desinvesteringen, onveranderd ten opzichte van het eerste kwartaal van 2003. De netto-omzet van U.S. Foodservice steeg in Amerikaanse dollars met 4,6% tot USD 5,5 miljard, vooral als gevolg van hogere voedselprijzen.
 
Negatief bedrijfsresultaat: vooral gevolg van lasten voortvloeiend uit desinvesteringen
Het bedrijfsresultaat bedroeg EUR 145 miljoen negatief (Q1 2003: EUR 402 miljoen positief) en werd met name veroorzaakt door bijzondere lasten van EUR 450 miljoen (Q1 2003: EUR 0 miljoen) voortvloeiend uit de desinvesteringen van Bompreço, Hipercard en de activiteiten in Thailand. Deze bijzondere lasten werden voornamelijk veroorzaakt door cumulatieve koersverschillen en terugboeking van goodwill. (Zie "Definities" hieronder voor een verklaring van cumulatieve koersverschillen en terugboeking van goodwill.) Deze lasten, die waren verwacht, hebben geen impact op het eigen vermogen of de kaspositie.
Het bedrijfsresultaat van de Amerikaanse retailactiviteiten werd sterk beïnvloed door een zwakkere Amerikaanse dollar. Verder hadden de eenmalige kosten van de integratie van Stop & Shop en Giant-Landover en het Amerikaanse hoofdkantoor (USD 25 miljoen) een negatieve invloed op het bedrijfsresultaat. Ahold verwacht dat deze integratie vanaf 2005 aanzienlijke voordelen zal opleveren. Het bedrijfsresultaat van U.S. Foodservice was beter dan hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het bedrijfsresultaat van de Europese retailactiviteiten werd beïnvloed door een minder gunstige gang van zaken in Spanje en hogere pensioenkosten in Nederland. Zowel Albert Heijn als de activiteiten in Centraal-Europa hebben in het eerste kwartaal naar omstandigheden goed gepresteerd.
 
Nettoverlies: gunstig effect van lagere rentelasten
Het nettoverlies van EUR 405 miljoen (Q1 2003: EUR 84 miljoen nettowinst) werd met name veroorzaakt door de bijzondere lasten als gevolg van desinvesteringen, zoals hiervoor aangegeven.
De netto rentelasten daalden met 29,2% tot EUR 223 miljoen dankzij de aflossing van schulden in de loop van 2003, de stijging van de netto liquide middelen tot EUR 3,8 miljard en veel lagere bankkosten.
 
Verdere reductie van nettoschuld
De nettoschuld daalde verder, van EUR 7,5 miljard per ultimo 2003 tot EUR 7,1 miljard aan het eind van het eerste kwartaal 2004; dit was het gevolg van onze aanhoudende inspanningen om de balans te versterken.
 
Omvangrijke kasstroom
De netto kasstroom vóór financieringsactiviteiten bedroeg in het eerste kwartaal van 2004 EUR 485 miljoen (Q1 2003: EUR 24 miljoen negatief). Deze verbetering was voornamelijk te danken aan de opbrengsten van desinvesteringen en lagere investeringen.
 
Boekjaar 2004: een overgangsjaar
Met betrekking tot de vooruitzichten voor 2004 verwijst Ahold naar haar financiële resultaten van het boekjaar 2003, gepubliceerd op 19 april 2004.
Zoals eerder aangekondigd, zullen bijzondere posten als gevolg van bepaalde desinvesteringen, waarvan een substantieel deel werd geboekt in het eerste kwartaal, een aanzienlijk effect hebben op het nettoresultaat over 2004. Echter, dit zal geen invloed hebben op het eigen vermogen en op de kaspositie.
 
Meer gedetailleerde geconsolideerde financiële overzichten zijn opgenomen in Bijlage A.
 
Resultaten Ahold eerste kwartaal 2004
 
Ahold maakt de jaarrekening op overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde waarderingsgrondslagen ("Dutch GAAP"). Dutch GAAP verschilt in sommige opzichten materieel van in de Verenigde Staten algemeen aanvaarde waarderingsgrondslagen ("US GAAP"). Alle financiële informatie in dit persbericht is gebaseerd op Dutch GAAP, tenzij anders aangegeven.
 
De kwartaalcijfers in dit persbericht zijn niet door de externe accountant gecontroleerd.
 
In sommige gevallen worden resultaten in dit persbericht gepresenteerd exclusief het effect van fluctuaties in wisselkoersen die worden gebruikt voor de omrekening van de financiële resultaten van buitenlandse werkmaatschappijen van Ahold in Euros, of worden de resultaten weergegeven in lokale valuta. De leiding van Ahold is van mening dat deze cijfers een beter inzicht geven in de operationele gang van zaken van buitenlandse werkmaatschappijen. Voor meer informatie betreffende het niet-GAAP financiële begrip'exclusief wisselkoerseffecten' zie "Definities" hieronder. Daarnaast wordt in sommige gevallen het bedrijfsresultaat van operationele segmenten van Ahold exclusief het effect van impairment (bijzondere waardevermindering) en afschrijving van goodwill en bijzondere posten weergegeven. Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere posten is geen financieel begrip volgens GAAP. Een herrekening van dit financiële niet-GAAP-begrip naar het Dutch GAAP begrip bedrijfsresultaat, evenals de uitleg van de leiding voor het gebruik van dit begrip, worden uiteengezet in Bijlage B.
 
In dit persbericht wordt met kasstroom vóór financieringsactiviteiten de som bedoeld van de netto kasstroom uit operationele activiteiten en de netto kasstroom uit investeringsactiviteiten.
 
Om de resultaten over het eerste kwartaal van 2003 te kunnen vergelijken met de resultaten van het eerste kwartaal van 2004, zijn de resultaten over het eerste kwartaal van 2003 als gepresenteerd in dit persbericht aangepast. Deze aanpassingen hebben betrekking op de boekhoudkundige verwerking van promotionele bijdragen van leveranciers en zijn als volgt:
 
-        In het vierde kwartaal van 2003 heeft Ahold EITF 02-16 "Accounting by a Customer (Including a Reseller) for Certain Consideration Received from a Vendor" ("EITF 02-16") geïmplementeerd. Vanwege het feit dat deze stelselwijziging is geïmplementeerd bij aanvang van het boekjaar beginnend op 30 december 2002, heeft Ahold de resultaten voor het eerste kwartaal van 2003 voor dat deel dat betrekking heeft op het eerste kwartaal van 2003 aangepast, hetgeen resulteerde in een toename van de nettowinst van EUR 27 miljoen in het eerste kwartaal 2003 (zoals eerder bekendgemaakt); en
 
 
-        In reactie op de onregelmatigheden aangekondigd in februari 2003 betrekking hebbend op promotionele bijdragen van leveranciers, heeft Ahold voorzichtigheidshalve de realisatie van bepaalde promotionele bijdragen van leveranciers in het eerste kwartaal van 2003 uitgesteld naar het tweede kwartaal van 2003. Na analyse van de boekhoudkundige verwerking van de afspraken rond de promotionele bijdragen van leveranciers, heeft Ahold vastgesteld dat EUR 65 miljoen aan inkomsten voor belastingen van promotionele bijdragen van leveranciers, in overeenstemming met de huidige boekhoudkundige richtlijnen hadden kunnen worden gerealiseerd in het eerste kwartaal van 2003 in plaats van het tweede kwartaal van 2003.
 
In tegenstelling tot wat eerder werd aangekondigd, zullen de resultaten over het vierde kwartaal van 2004 en over geheel 2004 worden gepubliceerd op 29 maart 2005.
 

Netto-omzet
 
In het eerste kwartaal van 2004 bedroeg de netto-omzet EUR 15,4 miljard, een daling van 11,3% vergeleken met dezelfde periode van 2003. De groei van de netto-omzet exclusief het effect van wisselkoerseffecten en desinvesteringen bedroeg in het eerste kwartaal ongeveer 1,3%. De netto-omzet werd sterk beïnvloed door lagere wisselkoersen ten opzichte van de Euro, met name die van de Amerikaanse dollar.
De Amerikaanse retailactiviteiten realiseerden onder moeilijke omstandigheden, exclusief wisselkoerseffecten en de invloed van de verkoop van Golden Gallon, een groei van de netto-omzet van 0,3%. De netto-omzet van de Europese retailactiviteiten, exclusief wisselkoerseffecten en de invloed van desinvesteringen, was in het eerste kwartaal van 2004 gelijk aan die van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De netto-omzet van U.S. Foodservice steeg in Amerikaanse dollars met 4,6%, vooral als gevolg van gestegen voedselprijzen.
 
Bedrijfsresultaat
 
Bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere posten
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere posten daalde in het eerste kwartaal met 22,9% tot EUR 351 miljoen, vooral als gevolg van de zwakke Amerikaanse dollar tegenover de Euro.
Verder waren er in het eerste kwartaal eenmalige kosten van USD 25 miljoen met betrekking tot het integratieproces van Stop & Shop, Giant-Landover en het Amerikaanse hoofdkantoor. Deze integratie zal naar verwachting vanaf 2005 aanzienlijke voordelen opleveren. Het bedrijfsresultaat van de Europese retailactiviteiten werd beïnvloed door een minder goede gang van zaken in Spanje en hogere pensioenkosten in Nederland. Zowel Albert Heijn als Centraal-Europa hebben in het eerste kwartaal van dit jaar naar omstandigheden goed gepresteerd.
U.S. Foodservice liet een verbeterd bedrijfsresultaat voor impairment, afschrijving goodwill en bijzondere posten zien. Deze verbetering werd met name veroorzaakt door een wisselkoerseffect en een betere vaste-kostendekking als gevolg van een hogere netto-omzet in Amerikaanse dollars.
 
Bedrijfsresultaat
Het negatieve bedrijfsresultaat van EUR 145 miljoen (Q1 2003: EUR 402 miljoen positief) werd vooral veroorzaakt door bijzondere lasten EUR 450 miljoen in verband met de verkoop van Bompreço en de activiteiten in Thailand. Deze bijzondere lasten, die werden verwacht en waaraan in eerdere persberichten al was gerefereerd, hadden geen invloed op het eigen vermogen of de kaspositie.
 
Afschrijving goodwill
De afschrijving goodwill bedroeg in het eerste kwartaal van 2004 EUR 46 miljoen, een daling van 13,2% vergeleken met het eerste kwartaal van 2003. Deze daling was vooral het gevolg van de lagere wisselkoers van de Amerikaanse dollar.
 
Goodwill impairment
In het eerste kwartaal van 2004 was geen impairment van goodwill noodzakelijk.
 
Verlies bij de verkoop van materiële vaste activa
In het eerste kwartaal bedroeg het verlies bij de verkoop van materiële vaste activa EUR 6 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 8 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar.
 
Bijzondere lasten
In het eerste kwartaal van 2004 werden bijzondere lasten genomen van EUR 450 miljoen, terwijl er in het eerste kwartaal van 2003 geen bijzondere posten waren. Deze bijzondere lasten in het eerste kwartaal van 2004 vloeiden voort uit de verkoop van Bompreço, Hipercard en de activiteiten in Thailand. Van deze bijzondere posten had EUR 322 miljoen betrekking op cumulatieve koersverschillen en EUR 213 miljoen op de gedeeltelijke terugboeking van goodwill, die beide eerder ten laste van het eigen vermogen waren gebracht. Deze negatieve posten werden deels tenietgedaan door een winst van EUR 85 miljoen, zijnde het verschil tussen de opbrengst en de boekwaarde van bepaalde activa; zie hiervoor "Definities" hieronder.
 
Nettoverlies
 
Ahold rapporteerde een nettoverlies van EUR 405 miljoen in het eerste kwartaal van 2004, vergeleken met een nettowinst van EUR 84 miljoen in het eerste kwartaal van 2003, vooral als gevolg van de hiervoor genoemde bijzondere lasten. De verzwakking van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro had ook een negatieve invloed.
 
Aanzienlijke daling financiële baten en lasten
De financiële baten en lasten waren EUR 218 miljoen negatief in het eerste kwartaal van 2004 vergeleken met EUR 292 miljoen negatief in het eerste kwartaal van 2003. De netto rentelasten bedroegen EUR 223 miljoen, een daling van 29,2% vergeleken met het eerste kwartaal van 2003. De daling was vooral het gevolg van lagere bankkosten, hogere rentebaten en lagere rentelasten, samenhangend met de aanzienlijk lagere nettoschuld en de lagere wisselkoers van de Amerikaanse dollar.
 

Het positieve wisselkoersresultaat in het eerste kwartaal van 2004 bedroeg EUR 5 miljoen, vergeleken met EUR 23 miljoen in het eerste kwartaal van 2003, beide vooral toe te schrijven aan het positieve effect van de revaluatie van de Argentijnse peso op in Amerikaanse dollars luidende schuld in Argentinië.
 
Vennootschapsbelasting

De belastingdruk, exclusief het effect van niet-aftrekbare impairment en afschrijving goodwill en bijzondere posten, steeg tot 48,5% in het eerste kwartaal van 2004 vergeleken met 33,1% in het eerste kwartaal van 2003, vooral als gevolg van een andere geografische samenstelling van de winst en de gevolgen van desinvesteringen.
 
Aandeel in resultaat joint ventures en deelnemingen
Het aandeel in het resultaat van joint ventures en deelnemingen was in het eerste kwartaal van 2004 vrijwel gelijk aan hetzelfde kwartaal vorig jaar.
 
Verder verbeterde balans
 
Ahold sloot het eerste kwartaal van 2004 af met een verbeterde balans. Sinds eind 2003 verminderde Ahold de nettoschuld met EUR 422 miljoen tot EUR 7,1 miljard, vooral dankzij de kasstroom uit desinvesteringen en lagere investeringen.
 

Lager balanstotaal dankzij desinvesteringen en lagere investeringen
De koers van de Amerikaanse dollar steeg tot EUR 0,83 aan het eind van het eerste kwartaal van 2004 vergeleken met EUR 0,80 eind 2003. Ondanks het wisselkoerseffect van de sterkere Amerikaanse dollar tegenover de Euro slaagde de onderneming er in de balans verder te versterken door de nettoschuld te verlagen. Het balanstotaal daalde met EUR 130 miljoen. Het saldo liquide middelen steeg tot EUR 3,8 miljard. Het balanstotaal per eind 2003 van de ondernemingen die in maart 2004 werden verkocht, bedroeg EUR 714 miljoen.
 
Eigen vermogen bijna EUR 0,3 miljard gestegen
Details met betrekking tot de veranderingen in het eigen vermogen zijn opgenomen in Bijlage C.
 
Nettoschuld verminderd met EUR 0,4 miljard
In het eerste kwartaal van 2004 voldeed Ahold aan de financiële ratio's zoals opgenomen in de kredietfaciliteit van december 2003. De belangrijkste afspraken hebben betrekking op de verhoudingen Nettoschuld / EBITDA en EBITDA / Netto rentelasten. De nettoschuld daalde als gevolg van een positieve kasstroom, die vooral samenhing met desinvesteringen en lagere investeringen.
 
Kasstromen
De netto kasstroom vóór financieringsactiviteiten verbeterde, voornamelijk als gevolg van de verkoop van Bompreço en Hipercard en de activiteiten in Thailand.
 
Informatie per segment
 
Lager bedrijfsresultaat beïnvloed door integratiekosten
De netto-omzet van de Amerikaanse retailactiviteiten daalde in het eerste kwartaal van 2004 in Amerikaanse dollars met 1,2% in vergelijking met het eerste kwartaal van 2003. De netto-omzet werd in het eerste kwartaal negatief beïnvloed door het Paas-effect met ongeveer 0,8%; het eerste kwartaal van 2004 was inclusief de week na Pasen, waarin de foodretail lage omzetten realiseert, terwijl het eerste kwartaal van 2003 de week vóór Pasen omvatte, waarin gewoonlijk hoge omzetten worden behaald. Exclusief het effect van de verkoop van Golden Gallon in 2003 steeg de netto-omzet in Amerikaanse dollars licht met 0,3%. De identieke omzet in Amerikaanse dollars daalde in het eerste kwartaal van 2004 met 1,6% en de vergelijkbare omzet in Amerikaanse dollars daalde met 1,0% in vergelijking met het eerste kwartaal van 2003, gedeeltelijk veroorzaakt door het eerder genoemde Paas-effect.
 
In het eerste kwartaal van 2004 begon Ahold met de integratie van haar twee grootste Amerikaanse retailondernemingen, Stop & Shop en Giant-Landover, in één arena. Deze integratie zal de concurrentiekracht op lange termijn en de kostenefficiency van deze ondernemingen vergroten. Verder begon Ahold met de integratie van de ondersteunende Amerikaanse retailfuncties in deze nieuwe arena. Deze maatregelen zullen vanaf 2005 aanzienlijke voordelen opleveren. Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en bijzondere posten van de Amerikaanse retailactiviteiten daalde in Amerikaanse dollars met 12,6% vergeleken met het eerste kwartaal van 2003, in belangrijke mate veroorzaakt door de eenmalige integratiekosten (USD 25 miljoen). Zowel Stop & Shop als Giant-Carlisle lieten een solide resultaat zien in het eerste kwartaal van 2004.
 

Nederland en Centraal-Europa presteren goed naar omstandigheden
De daling van de netto-omzet van 1,1% in het eerste kwartaal van 2004 bij de Europese retailactiviteiten hangt deels samen met de verkoop van De Tuinen en Jamin in 2003. Exclusief het wisselkoerseffect in Centraal-Europa en de invloed van desinvesteringen was de netto-omzet in het eerste kwartaal van 2004 onveranderd ten opzichte van het eerste kwartaal van 2003. De netto-omzet van de Europese retailactiviteiten werd ook negatief beïnvloed door het Paas-effect. Het verkoopvolume van Albert Heijn steeg als gevolg van de strategie van prijsherpositionering. Het effect van voedselprijsdalingen werd grotendeels gecompenseerd door het hogere verkoopvolume; de identieke omzet bij Albert Heijn daalde met 0,2% in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2003. (N.B. De netto-omzet van Albert Heijn was EUR 6 miljoen lager dan eerder in het Q1 2004 omzetbericht als gevolg van een laatste aanpassing.)
 
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere posten van de Europese retailactiviteiten daalde met 16,7%, vooral als gevolg van hogere pensioenkosten (EUR 15 miljoen) en een minder goede gang van zaken in Spanje. Bij Albert Heijn leidde de prijsherpositionering in combinatie met voortgaande kostenbesparingen tot een enigszins hoger bedrijfsresultaat. De activiteiten in Centraal-Europa realiseerden een verbeterd bedrijfsresultaat dankzij een hogere netto-omzet, verbeterde marges en kostenbesparingen die voortvloeiden uit de integratie van de retailactiviteiten in Centraal-Europa.
 

U.S. Foodservice
U.S. Foodservice realiseerde een stijging van de netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten van 4,6%, vooral als gevolg van de stijging van de voedselprijzen. Het negatieve bedrijfsresultaat van U.S. Foodservice bedroeg in het eerste kwartaal van 2004 EUR 58 miljoen, vergeleken met een negatief bedrijfsresultaat van EUR 73 miljoen in het eerste kwartaal van 2003. Deze verbetering werd met name veroorzaakt door een wisselkoerseffect en een betere vaste-kostendekking als gevolg van een hogere netto-omzet. In het eerste kwartaal van 2004 ging U.S. Foodservice verder met het proces van verbetering van de effectiviteit van de inkoopcontracten en de organisatie, alsmede de beoordeling van de winstgevendheid van de grootste afnemers.
 

Zuid-Amerika
De netto-omzet van de Zuid-Amerikaanse retailactiviteiten bedroeg in het eerste kwartaal van 2004 EUR 336 miljoen tegen EUR 581 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De daling was vooral het gevolg van de verkoop van Santa Isabel in 2003 en Bompreço in maart 2004.
Cumulatieve koersverschillen en terugboeking van goodwill ten gevolge van de verkoop van Bompreço hadden een grote invloed op het bedrijfsresultaat. Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en bijzondere posten daalde van EUR 2 miljoen positief in het eerste kwartaal van 2003 tot EUR 1 miljoen negatief in het eerste kwartaal van 2004.
 
Azië
De netto-omzet van de Aziatische retailactiviteiten bedroeg in het eerste kwartaal van 2004 EUR 51 miljoen, een daling van 53,2% vergeleken met het eerste kwartaal van 2003. Deze daling was hoofdzakelijk het gevolg van de verkoop van de activiteiten in Maleisië en Indonesië, die afgerond werd in september 2003, alsmede de verkoop van de Thaise activiteiten in maart 2004. Het negatieve bedrijfsresultaat nam toe van EUR 7 miljoen tot EUR 18 miljoen als gevolg van bijzondere lasten in de vorm van cumulatieve koersverschillen en de terugboeking van goodwill met betrekking tot de verkoop van de Thaise activiteiten.
 
Overige activiteiten
De overige activiteiten bestaan hoofdzakelijk uit drie vastgoedmaatschappijen die winkellokaties in Europa en de Verenigde Staten verwerven, ontwikkelen en beheren, alsmede uit de kosten van het hoofdkantoor van Ahold.
 
Bijlagen
 
BIJLAGE A
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Geconsolideerde balans
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
BIJLAGE B
Berekening van het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en bijzondere posten, uitgaande van het bedrijfsresultaat
BIJLAGE C
Eigen vermogen
BIJLAGE D
Kwartaalomzetten en trends per regio
 
Definities
-        Identieke omzet vergelijkt de omzet van uitsluitend dezelfde winkels.
-        Vergelijkbare omzet betreft de identieke omzet plus de omzet van vervangende winkels.
-        Nettoschuld / EBITDA: de nettoschuld bestaat uit de langlopende en kortlopende rentedragende leningen, alsmede gekapitaliseerde huurverplichtingen, gesaldeerd met liquide middelen, exclusief de kaspositie, gedeeld door EBITDA vóór bijzondere posten.
-       EBITDA / Netto rente: EBITDA is vóór bijzondere posten. Voor deze ratio geldt dat netto rente is exclusief bankkosten voor kredietarrangementen.
-        Wisselkoerseffect is het effect van het gebruik van verschillende wisselkoersen bij de omrekening van financiële cijfers van onze werkmaatschappijen naar Euro's. Uit vergelijkingsoverwegingen worden de financiële cijfers van het voorgaande jaar aangepast door gebruik te maken van de actuele wisselkoersen teneinde dit wisselkoerseffect te elimineren.
-       Effect van desinvesteringen: het effect van verkochte activiteiten op onze financiële gegevens. De financiële gegevens van verkochte activiteiten worden geëlimineerd uit de cijfers van het voorgaande jaar.
-        Verklaring van de wisselkoersverliezen en terugboeking van goodwill als gevolg van desinvesteringen: bij de verkoop van sommige buitenlandse werkmaatschappijen dient Ahold cumulatieve koersverschillen en goodwill in het resultaat op te nemen, die beide eerder ten laste van het eigen vermogen waren gebracht. Dit verlies bij desinvesteringen heeft geen effect op de totale omvang van het eigen vermogen. Wisselkoersverschillen met betrekking tot de omrekening van de financiële resultaten van buitenlandse werkmaatschappijen worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Wanneer deze wisselkoersverschillen worden gerealiseerd, hetgeen gebeurt bij de verkoop van de betreffende buitenlandse werkmaatschappij, worden de cumulatieve wisselkoersverschillen opgenomen in de winst- en verliesrekening als onderdeel van de winst of het verlies bij de verkoop. Ook goodwill die tevoren rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen was gebracht bij de verwerving dient pro rata te worden geherrubriceerd in de winst- en verliesrekening indien de betreffende onderneming binnen zes jaar na de oorspronkelijke aankoop wordt verkocht.
 
Open het attachement voor het persbericht inclusief tabellen.
 
----------------------------------------------------------------
Bepaalde mededelingen in dit persbericht zijn 'forward-looking statements' in de zin van het Amerikaanse effectenrecht en Ahold beoogt dat deze vallen onder de zogeheten 'safe harbors'. Deze forward-looking statements omvatten, maar zijn niet beperkt tot, mededelingen betreffende Aholds strategie, mededelingen betreffende Aholds voornemen bepaalde retailketens en corporate taken te integreren en het verwachte effect van een dergelijke integratie, alsmede mededelingen betreffende de timing van de publicatie van Aholds resultaten over het vierde kwartaal van 2004 en het volledige boekjaar 2004. Deze forward-looking statements zijn onderhevig aan risico's, onzekerheden en andere factoren waardoor de werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van toekomstige resultaten welke tot uitdrukking zijn gebracht in de forward-looking statements. Belangrijke factoren waardoor werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van de informatie weergegeven in deze forward-looking statements omvatten, maar zijn niet beperkt tot, veranderingen in algemene markt- en economische omstandigheden, Aholds vermogen om haar strategie succesvol te implementeren, toename van concurrentie in de markten waarin Ahold en haar dochterondernemingen opereren, moeilijkheden bij de samenwerking tussen  Aholds dochterondernemingen en de implementatie van nieuwe operationele verbeteringen en andere factoren zoals besproken in Aholds publieke mededelingen. Veel van deze factoren zijn voor Ahold niet beheersbaar en evenmin voorspelbaar. Gegeven deze onzekerheden, wordt de lezer geadviseerd behoedzaam om te gaan met de forward-looking statements, die uitsluitend worden geacht te zijn gedaan per de datum van dit persbericht. Ahold neemt, tenzij daartoe gehouden ingevolge toepasselijk effectenrecht, geen verplichting op zich om (een) gewijzigd(e) forward-looking statement(s) te publiceren naar aanleiding van al dan niet voorziene gebeurtenissen of omstandigheden die zich voordoen na publicatie van dit persbericht. Buiten Nederland presenteert Koninklijke Ahold N.V. - dat is haar statutaire naam - zich onder de naam "Royal Ahold" of kortweg "Ahold".
--------------------------------------------------------------
 

Attachments

Eerste Kwartaalresultaten 2004