Zaandam, 12 juli 2004 - Ahold heeft vandaag bekend gemaakt dat zij in kennis is gesteld door Canica AS ("Canica"), haar joint venture partner in de Scandinavische joint venture ICA AB, van het feit dat Canica haar putoptie met betrekking tot haar belang van 20 procent in ICA AB heeft uitgeoefend. Canica heeft een prijsindicatie van SEK 10,1 miljard (ca. EUR 1,1 miljard) gegeven. Ahold is het niet eens met deze prijs.
Volgens de aandeelhoudersovereenkomst tussen Ahold, Canica en de derde joint venture partner ICA Förbundet Invest AB ("ICA Förbundet"), is Ahold verplicht de aandelen die nu door Canica worden aangeboden, te kopen. De prijs van de aandelen zal in onderling overleg tussen Ahold en Canica worden vastgesteld. Indien Ahold en Canica niet binnen 21 dagen overeenstemming bereiken over de prijs, zal de waarderingsprocedure zoals vastgelegd in de aandeelhoudersovereenkomst worden gevolgd. Overeenkomstig de waarderingsprocedure zal de prijs voor de aandelen gelijk zijn aan 20 procent van de "Revised Equity Value" van ICA AB, vermeerderd met een premie. De "Revised Equity Value" van ICA AB is de marktwaarde van haar aandelen (als ware ICA AB genoteerd aan de beurs van Stockholm, waarbij niet inbegrepen een controlepremie) op het moment van uitoefening. De hoogte van de premie is op dit moment onderwerp van een arbitrageprocedure tussen Ahold, Canica en ICA Förbundet.
Op het moment dat de prijs van de aandelen die worden aangeboden door Canica is vastgesteld, zal Ahold een nader persbericht uitbrengen. Ahold is voornemens de aandelentransactie te financieren uit beschikbare kasmiddelen.
